Door Bert Bieshaar:

 
Aan het onderwerp bouwen of verbouwen van hengels kleven diverse "haken en ogen"

Diverse zaken zullen de revu passeren. 
Maar er is een ding dat voorop staat. 
En dat is personlijke voorkeur.
De een houdt van een strakke hengel de ander van een zachte en een ander weer van een hengel waar een ander van zegt, an me nooit niet.
Ik denk dat de start van een ieder in de hengelsport hier een rol in speelt. 
Zelf ben ik ruim 50 jaar geleden begonnen met een bamboestokje. 
Van mijn opa gekregen. 
Vissen in de Amsterdamse grachten. 
Prachtig. 
Vervolgens kwam daar na een aantal jaren een groene volglas topeind in. 
Dat was een ernstige promotie, geloof me.
Na het eerste Hema telescopische werphengeltje en de eerste karper begon de tocht naar uiteindelijk een km1 cjw blank. 
Wat een evolutie.
Na het visvirus kwam de karperkoorts. 
De eerste Hardy Richard Waler nr1 de Clarissa, en de gekte was compleet.
Het verbouwen van de eerste Hardy, omdat mijn molen loskwam van de reelringen was een feit. 
Het ombouwen van een hengel maakte veel vragen los.
Wat en hoe?
Hannesen , klooien en uitproberen. 
Mislukken en opnieuw proberen tot uiteindelijk het resultaat bijna naar tevredenheid is. 
Nooit helemaal, want perfectie is een streven , maar nooit haalbaar.
 

Dan het bouwen.  
Hoeveel vissers hebben niet van  " zou het niet beter zijn als er meer ogen op mijn hengel zaten"  
of
"ik vind de handgreep iets aan de korte kant" 
Alles is mogelijk. 
Door de gezamelijke jaren viservaring kan de hengel na een goed gesprek helemaal afgebouwd worden zoals je wil.
 
Doordat er alleen maar gewerkt wordt met de allerbeste materialen die er te vinden zijn zal de hengel vele vele jaren een genot zijn om mee te vissen.

Petri heil.  
Bert